In een gewoon kaartspel komen de getallen die te vinden zijn in het bijhouden van de tijd, gedurende het jaar ook terug: er zijn 52 weken van 7 dagen. Elke kaart is zeven dagen. Er zijn dertien kaarten per kleur (harten, schoppen, klaver en ruiten; maken samen vier kleuren) net zoals er dertien weken in een van de vier seizoen gaan (winter, lente, zomer en herfst). Er gaan 52 kaarten in een spel. 13 x 4 = 52. De 13-manen jaarkalender (de Tun Uc) met 52 weken van 7 dagen, levert een totaal van 364 dagen per jaar op. Deze 13-manenkalender wordt gebruikt in/is onderdeel van de Dreamspell kalender van Jose Arguelles. De Gregoriaanse dagen blijven daarin het zelfde, maar worden anders verdeeld:
Elke maand begint zodoende op dezelfde dag, bijvoorbeeld zondag. Elke eerste dag van het jaar begint dan ook op een zondag. Elke maand duurt 28 dagen en er zijn 13 maanden. Heel handig om mee te werken en rekenen, je bent bijvoorbeeld elk jaar op dezelfde dag jarig (en niet alleen op dezelfde datum).
De eerste dag van het jaar valt bij de Dreamspell kalender van Arguelles op 26 juli (net als bij de oude Egyptenaren). De dag hieraan voorafgaand wordt ‘de dag buiten de tijd’ genoemd. 25 juli is dus de dag tussen de jaren in. Deze dag wordt elk jaar toegevoegd aan de kalender van 364 dagen om zo op het juiste aantal dagen voor de draaiing van de Aarde om de Zon uit te komen. Op ‘de dag buiten de tijd’ wordt gevierd dat iedereen medeschepper is van de Grote Schepping. Er wordt op bijeenkomsten gemediteerd waarbij men zich voorbereid op een nieuw jaar van vier seizoenen. Er wordt stilgestaan bij het in harmonie leven met al het andere leven op Aarde.
De dag buiten de tijd komt niet voor in de agenda en is dus ook niet een maandag of dinsdag ofzo.
‘Waarom 26 juli als eerste dag van het jaar en niet gewoon 1 januari?’ zult u denken. In de tijd dat de originele 13-manenkalenders ontwikkeld werden had men nog niet de beschikking over computers en telescopen en dergelijke. Het jaar begint op 26 juli omdat dat de enige datum in het jaar is waarop er een conjunctie (samenstand) tussen twee hemellichamen plaatsvindt die elk jaar op exact dezelfde dag plaatsvindt, te weten die tussen de Zon en de ster Sirius. Sirius wordt ook wel de Hondsster genoemd, omdat het deel uitmaakt van het sterrenbeeld Grote Hond. In het midden van wat we de Hondsdagen noemen valt de eerste dag van het 13-manen-jaar. Zo heb je het enige universele eikpunt als begin van het nieuwe jaar. Rond 1 januari, het Gregoriaanse nieuwjaar. staan Sirius en de Zon elk jaar in oppositie, het tegenovergestelde van de conjunctie. Volgens Carl Calleman is de datum om het jaar mee te beginnen (26 juli) door de Spaanse Christenen aan de Maya's toendertijd opgedrongen; zij kenden immers geen vaste dag voor het begin van het jaar en dat idee paste niet in de Gregoriaanse kijk op de tijd die de overheersers erop nahielden. Over dit verschil in opvatting van gebruik van de originele kalenders meer in deel 4.
We kwamen net het getal 28 al tegen voor het aantal dagen in een maand (elke maand). Dat dit getal verbonden is met de natuurlijke en kosmische cycli binnen en buiten het driedimensionale materiele leven (dit geldt overigens voor bijna alle belangrijke heilige getallen die in de diverse kalenders voorkomen.), blijkt onder andere uit het feit dat de gemiddelde periode (menstruatiecyclus) van de vrouw 28 dagen bedraagt. 28 dagen is ook de periode die de cyclus bedraagt waarin we alle cellen aanmaken van ons grootste orgaan, namelijk de huid. Hieronder is te zien hoe de Kukulkan (Quetzalcoatl) piramide (zie ook 2e foto van artikel, waar de piramide op de achtergrond afgebeeld staat) de vier seizoenen bijhoudt met de 4 x 91 treden (91 = aantal dagen per seizoen) en bovenaan de 4 x 91 = 364 + 1 trede, het bovenste platform wat de dag buiten de tijd voorstelt maakt samen 365 dagen.
(bron: http://www.dossierx.nl)
Monday, March 5, 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment