Om te kunnen praten over de indeling, de logica en het idee achter de Mayakalenders moeten we eerst weten hoe zij over tijd denken. Voor Maya’s is tijd dus cyclisch van aard, althans, zo wordt die in de materiële wereld waarin wij leven ervaren, waarbij met elke cyclus een spiraalvorm wordt afgelegd op een zodanige manier dat er na elke ‘cirkel’ een hoger niveau bereikt wordt. Zo is elke zomer een andere, op zichzelf staande zomer, maar komt de zomer wel elk jaar terug, net zoals dat voor elke andere tijdsperiode geldt binnen de cycli van de Mayakalender. Diverse kalenders werden gebruikt voor landbouwdoeleinden (wanneer moet er gezaaid worden, wanneer komt de regen, etc), wat van levensbelang was in hun samenleving.
Volgens de Maya’s is tijd een multi-dimensionaal concept. Tijd is een frequentie, een trilling en een geestelijk mentaal concept. Tijd is de barrière tussen oorzaak en gevolg. De tijd wordt door de Maya’s als iets kunstzinnigs gezien, een vormgever die zorgt dat alles op Aarde samenvalt op de juiste plaats op het juiste moment en de materie bij elkaar houdt. Tijd is dus niet van de ruimte en de materie (zoals de Westerse kalender er naar kijkt), maar geeft deze mede vorm. Het is ‘hoger’ dan materie en ruimte en wordt zodoende niet op haar waarde geschat wanneer we haar indelen met methoden die voor ruimtebepalingen ontwikkeld zijn (zoals wij dat met onze indelingen doen, maar daarover later meer).
De Maya’s hebben dus een alternatief met hun kalenders. Een alternatief dat de (universele) kringloop van het leven beschrijft, de invloed van de maan, de sterren en de planeten op de mens (en al het andere leven evenals de levende planeet waarop wij leven). Een alternatief dat ons mensen in harmonie met natuurlijke en kosmische cycli kan brengen, zodat we in evenwicht met de omgeving waarin we ons vertoeven, kunnen leven met respect voor andere mensen, dieren en de planeet. Dat is de boodschap die diep in de kalender verborgen zit. Wanneer je ‘intuned’ in het ritme van de Mayakalenders ontstaat het gevoel om dit te bewerkstelligen vrijwel automatisch.
Hieronder zien wij de wiskundige benadering van een cyclus, met een minimum en een maximum, waarbij het maximum bijvoorbeeld de zomer kan zijn, of het hoogste punt van de zon aan de hemel op 21 maart en 21 september, op de evenaar. Het minimum is dan respectievelijk de winter of het laagste punt van de zon onder de horizon.
(bron: http://www.dossierx.nl)